NVvH voor leden

Verkrijg hier toegang tot exclusieve NVvH ledencontent.

19 april 2024

‘Alle SEH’s openhouden is niet realistisch’ VWS oppert vijf varianten voor acute ziekenhuiszorg

‘Alle SEH’s openhouden is niet realistisch’ VWS oppert vijf varianten voor acute ziekenhuiszorg

De discussie over concentratie van de acute zorg loopt al jaren. De Tweede Kamer debatteerde er vorige week over. De verenigingen van internisten en chirurgen pleiten voor onderscheid tussen levensbedreigende, vaak hoogcomplexe zorg, en laagcomplexe zorg. ‘Acute zorg moet geen containerbegrip zijn.’

Dat de acute zorg, waaronder de Spoedeisende Hulp (SEH) en acute verloskunde, anders moet worden georganiseerd is breedgedragen. Door de oplopende personeelstekorten en de toenemende vraag naar acute zorg, mede door de vergrijzing, is op dezelfde voet voortgaan geen optie. Personeelstekorten en financiële problemen dwingen ziekenhuizen soms al hun SEH en geboortezorg te sluiten, zoals Gelre ziekenhuizen vorig jaar in Zutphen. Het HagaZiekenhuis in Zoetermeer overweegt de geboortezorg te sluiten. Bovendien is er op sommige SEH’s grote drukte en overbelasting van personeel, terwijl het op andere SEH’s, met name ’s nachts, rustig is. Maar hoe de acute zorg er dan uit moet komen te zien is al jaren een heikel punt.

De Tweede Kamer discussieerde hier op 3 april over, onder meer naar aanleiding van een recent uitgebrachte, zogenoemde ‘ambtelijke verkenning’ van het ministerie van VWS over de acute ziekenhuiszorg. Deze verkenning beschrijft vijf varianten van de inrichting van de toekomstige acute ziekenhuiszorg. Het financiële plaatje en de uitvoerbaarheid ontbreken nog – die komen in een latere fase aan de orde. De aanleiding voor dat schrijven: de partijen van het Integraal Zorgakkoord (IZA) hebben afgesproken om de zogenoemde 45-minutennorm te herzien. Die spreidingsnorm houdt in dat een SEH of acute verloskunde open moet blijven als sluiting betekent dat een patiënt vanaf de melding niet binnen 45 minuten op een SEH kan zijn. Deze norm bleek namelijk, na onderzoek van de Gezondheidsraad, niet op medisch-inhoudelijke argumenten gestoeld te zijn.